Biodiversiteit

Vogelvriendelijk akkerrandbeheer in de Belgische Condroz (Hamois) met graanonkruiden zoals korenbloemen (blauw), klaprozen (rood) en kamille
Ecoloog Vet over de voordelen van biodiversiteit - Universiteit van Nederland

Biodiversiteit of biologische diversiteit is een graad van verscheidenheid aan levensvormen binnen een gegeven ecosysteem, bioom, geografisch gebied of de gehele planeet. Biodiversiteit omvat de verscheidenheid aan verschillende ecosystemen, de verscheidenheid aan verschillende soorten binnen een ecosysteem en de genetische variatie binnen een soort.[1] Een veelgebruikte maat voor biodiversiteit van een gebied is de soortenrijkdom van een bepaalde groep soorten (zoals planten, vogels, algen). De biodiversiteit van een ecosysteem wordt vaak gebruikt als een indicator voor de gezondheid ervan. Daarvoor wordt de aanwezige biodiversiteit vergeleken met historische gegevens of gegevens uit vergelijkbare gebieden. De grootste bedreiging wereldwijd voor biodiversiteit wordt gevormd door invasieve exoten, habitatverlies en overexploitatie.[2]

Biodiversiteit hangt nauw samen met het klimaat. Zo zijn onder de terrestrische habitats, de tropische regio's typisch veel soortenrijker dan de polaire regio's. Zowel Brazilië als Colombia, de landen met de grootste en op een-na-grootste biodiversiteit, liggen in Zuid-Amerika. Colombia kent de grootste globale biodiversiteit in vogels (rond de 1900 soorten, waarvan 150 soorten kolibries), kikkers, vlinders (14.000) en bloemen (>50.000).[3][4]

Biodiversiteit van de aarde

Verspreiding van de gewervelde landsoorten. De hoogste concentratie aan diversiteit wordt in het rood weergegeven (vooral in gebieden dicht bij de evenaar), lage concentraties in het blauw (vooral naar de polen toe en bij woestijnen). (Mannion 2014)

Het aantal beschreven levensvormen bedraagt ongeveer 4 miljoen, maar omdat de mens nog niet alle gebieden op aarde goed bestudeerd heeft, bestaan er waarschijnlijk nog veel meer soorten.

Taxonomie

Voor de beschrijving van de soorten is een ordening en een eenduidige naamgeving (de taxonomie) van wezenlijk belang. Een van de eerste serieuze pogingen hiertoe werd in de 18e eeuw ondernomen door de Zweed Linnaeus. Het principe van zijn indeling in respectievelijk klasse, orde, familie, geslacht en soort wordt nog steeds gebruikt. Dit geldt ook voor zijn naamgeving van soorten: eerst de naam van het geslacht, gevolgd door de soortaanduiding. Dit heet ook wel binominale nomenclatuur.

Opdeling

In de biologie en de ecologie kan de biodiversiteit op verschillende manieren worden gedefinieerd:[5]

  • genetische diversiteit in populaties en in soorten
  • diversiteit bij levensgemeenschappen en gemeenschapsgradiënten langs ecologische gradiënten:,[6][7] maar ook volgens dynamiek
    • alfa-diversiteit: is de diversiteit van een levensgemeenschap op een bepaald punt van de gradiënt. In de praktijk is dit de diversiteit van de steekproef, het monster, of de vegetatieopname. Ook: diversiteit op een bepaald tijdstip; soortenrijkdom in levensgemeenschappen en ecosystemen
    • bèta-diversiteit, ook wel "species turnover": de mate van verandering in soortensamenstelling van de ene levensgemeenschap naar de volgende langs gradiënten. Het kan beschouwd worden als een maat voor de lengte van de gemeenschapsgradiënt, voor het verschil van de monsters langs de gradiënt. Bij een lange gradiënt hoort een hoge bèta-diversiteit met veel verandering in soortensamenstelling. Het variëren van de bèta-diversiteit langs de ecologische gradiënt is een artefact - de organismen reageren op een andere manier op de gradiënt als de meetapparatuur.
    • gamma-diversiteit: de diversiteit van een landschap of een gebied. Deze diversiteit wordt in dezelfde eenheden gemeten als de alfa-diversiteit. Ook: de totale diversiteit binnen een ecosysteem; ecosysteemdiversiteit in landschappen en biomen

Voor het berekenen van de diversiteit kunnen verschillende diversiteitsindices gebruikt worden, waarvan de bekendste de soortenrijkdom (aantal soorten in een gebied) is. Een diversiteitsindex is een statistiek bedoeld om de diversiteit van de populatie waarin elk lid behoort tot een unieke groep, type of soort onder te verdelen. Er zijn verschillende diversiteitsindices, die weer verschillende aspecten van de diversiteit weergeven.

Verlies aan biodiversiteit

De kwartelkoning (Crex crex), in de eerste helft van de 20e eeuw nog een algemene broedvogel van hooilanden in de Lage Landen, is sinds de jaren zestig met uitsterven bedreigd door intensivering van het maaibeheer van weilanden.[8] In Vlaanderen broeden sporadisch nog maar enkele koppeltjes.[9]

De biodiversiteit van de aarde staat zwaar onder druk. Het aantal soorten neemt door de jaren heen sterk af. Dit wordt gezien als een van de onderdelen van de milieuproblematiek.

In het jaar 1950 waren er in Nederland 1400 soorten hogere planten. Sindsdien zijn hiervan 70 verdwenen uit Nederland en zijn 500 in aantal/oppervlakte ernstig achteruitgegaan. Het aantal broedvogelsoorten is in dezelfde periode met een derde afgenomen. Ook bij de insectenpopulaties wordt sedert het begin van de 21e eeuw een opmerkelijke terugval genoteerd.

Het huidige tempo van wereldwijd diversiteitsverlies wordt geschat op 100 tot 1000 keer meer dan de (natuurlijk voorkomende) achtergrond-extinctiegraad en zal naar verwachting in de komende jaren nog verder groeien.[10][11] In 2019 publiceerde het biodiversiteitspanel van de Verenigde Naties (IPBES) een rapport over Biodiversiteit. De belangrijkste conclusie is dat de natuur wereldwijd in een ongekend snel tempo achteruit gaat. Binnen enkele decennia worden een miljoen soorten in hun voortbestaan bedreigd.[12]

In 2022 meldde Het Wereld Natuur Fonds (WWF) in zijn tweejaarlijkse Living Planet Report dat over de hele wereld de grootte van populaties in het wild levende zoogdieren, vogels, amfibieën, reptielen en vissen tussen 1970 en 2018 met gemiddeld 69 procent is gedaald.[13]

Oorzaken

Volgend uit de Baas Beckinghypothese "Alles is overal, maar het milieu selecteert" liggen de oorzaken van het verlies aan biodiversiteit in de milieufactoren. Belangrijke factoren voor biotische stress en het daaruit voortvloeiende (versnellende) tempo van verlies aan biodiversiteit zijn:[14]

  1. Toename en intensivering van landgebruik en het daaruit voortvloeiende habitatverlies[15]
  2. Klimaatverandering met hittestress en droogtestress
  3. Eutrofiëring door het overmatig gebruik van meststoffen en andere vormen van milieuverontreiniging
  4. Overexploitatie (roofbouw) en niet-duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen (zoals niet- duurzame visserijmethoden)
  5. Gewapende conflicten dragen bij aan het verlies van leefgebieden en intensiveren de overexploitatie van economisch waardevolle soorten, wat leidt tot minder grote populaties en lokaal uitsterven[16]
  6. Grensbarrières die het leefgebied van bedreigde dieren verknippen, en zo de genetische variatie van de soort ondermijnen
  7. Uitheemse invasieve soorten die in de concurrentie om een niche inheemse soorten verdringen[17]
  8. Menselijke overbevolking.

Beleid, initiatieven en onderzoek

Bevorderen biodiversiteit door menselijk ingrijpen

Lange tijd ging men ervan uit dat bossen, en de natuur in het algemeen, vooral met rust gelaten moesten worden, omdat de natuur zich niet met menselijk ingrijpen verdraagt.[18] Botanicus Victor Westhoff bracht echter verandering aan in deze denkwijze door de term ‘half-natuurlijke landschappen’ te lanceren. De invloed van de mens hoeft in zijn visie niet per definitie verarmend te werken, want er zijn in het verleden ook soortenrijke plantengemeenschappen ontstaan door traditionele landbouwpraktijken. Verstoringen, die zorgen voor dynamiek, blijken van groot belang te zijn voor variatie in de biodiversiteit. Hoewel vanuit het oogpunt ‘natuurlijkheid’ liever natuurlijke processen zoals storm, brand, overstroming en begrazing gewenst zijn, maakt het voor de biodiversiteit niet uit of deze processen worden afgewacht of dat deze processen worden gesimuleerd door menselijk beheer. Een andere belangrijke factor is de al eerder beschreven heterogeniteit in een gebied. Als een gebied veel variatie kent in bijvoorbeeld bodem, waterhuishouding, vegetatiestructuur, reliëf en expositie, zullen veel soorten er een geschikte leefomgeving vinden.[1][19] De relaties tussen de soorten kunnen zeer complex zijn. Om de verspreiding en interacties van de verschillende soorten te bevorderen, is in Nederland in de jaren 1990 de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) bedacht. Sinds 2013 is de EHS bekend onder de naam Natuurnetwerk Nederland (NNN), een netwerk van onderling verbonden natuurgebieden.

Internationaal beleid

Zie Biodiversiteitsverdrag voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De bescherming van de biodiversiteit wordt internationaal geregeld door het Biodiversiteitsverdrag van 1993, waarvan de Verenigde Staten echter geen partij zijn.

Europa

Zie Natura 2000 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het meest bekende programma is Natura 2000, het Europees netwerk van beschermde natuurgebieden binnen de Europese lidstaten. Het vormt de hoeksteen van het beleid van de Europese Unie voor het behoud en het herstel van de biodiversiteit. Daarnaast voert de Europese Unie verschillende programma’s inzake onderzoek en beleid rond biodiversiteit.[20] Op 20 mei 2020 werd de “EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030” voorgesteld, gericht op de bescherming van kwetsbare natuurlijke hulpbronnen.[21]

De Britse overheid gaf in 2019 professor Partha Dasgupta opdracht een uitgebreid onderzoek te leveren over de economische aspecten van de biodiversiteit. De Dasgupta Review (februari 2021) werd een onafhankelijk, mondiaal overzicht van de economie van de biodiversiteit. Het rapport pleit voor een nieuwe benadering in het economisch denken, handelen en meten, om onze welvaart en de natuurlijke wereld te beschermen. Dit referentiekader is gebaseerd op een diepgaand begrip van ecosysteemprocessen en hoe deze worden beïnvloed door economische activiteit. Het besluit dat we in de economie en de besluitvorming terdege rekening moeten houden met de natuur.[22]

Nederland

Ruimte voor de Rivier goed voor de biodiversiteit

Onderzoek

In Nederland wordt onderzoek naar biodiversiteit onder andere gedaan door Naturalis, Wageningen University & Research, het Nationaal Herbarium Nederland, het Westerdijk Fungal Biodiversity Institute, het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica, EIS-Nederland, het Zoölogisch Museum Amsterdam en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Ecologische hoofdstructuur

In Nederland wordt gewerkt aan een ecologische hoofdstructuur om de afname van de biodiversiteit in Nederland af te remmen. Dit beleid is gebaseerd op de eilandtheorie die stelt dat een groter aaneengesloten natuurgebied een relatief grotere biodiversiteit heeft. Natuurgebieden kunnen ook met kleine corridors (bv. ecoducten) aaneengesloten worden.

Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen

De Taskforce Biodiversiteit werd in januari 2009 in het leven geroepen om het kabinet concrete maatregelen aan te reiken voor het behoud van biodiversiteit en het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen.

De Taskforce heeft als doel een visie te ontwikkelen op de manier waarop Nederland zijn beslag op natuurlijke hulpbronnen kan verminderen. Ook zal de Taskforce de extra inspanningen die Nederland kan leveren voor het behoud van waardevolle ecosystemen in binnen- en buitenland in kaart brengen en samen met maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven concrete projecten implementeren om het verlies aan biodiversiteit op de langere termijn tegen te gaan.

Het initiatief voor de Taskforce Biodiversiteit is genomen door een aantal natuurbeschermingsorganisaties en de ministeries van VROM en LNV. De leden zijn afkomstig uit het bedrijfsleven, de wetenschap, maatschappelijke organisaties en overheid. Hans Alders is voorzitter van de Taskforce. In maart 2010 werd, vooruitlopend op de parlementsverkiezingen, een tussentijds advies uitgebracht aan de programmacommissies van de politieke partijen. In oktober 2011 volgt het eindadvies aan de regering, waarna het initiatief wordt opgeheven.

De Nationale Proeftuin

Stichting De Nationale Proeftuin heeft als doel Nederlanders actief te betrekken bij het onderwerp biodiversiteit, en het agro-cultureel erfgoed in het bijzonder.

Zadenbibliotheken

Het doel van zadenbibiliotheken is voedselzekerheid voor iedereen en behoud van de agrarische biodiversiteit door te focussen op zeldzame, lokale en erfgoedzaadvariëteiten.

België

Onderzoek

Het onderzoek door de overheid is sedert de staatshervorming gespreid over de federale en gewestelijke overheden. In Vlaanderen gebeurt het onderzoek onder meer door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, en door de Plantentuin Meise, beide agentschappen van de Vlaamse Overheid. Het Instituut publiceerde in 2014 een tweede editie van Biodiversiteit als basis voor ecosysteemdiensten in Vlaanderen.[23] Daarnaast doet het Vlaams Instituut voor de Zee zeewetenschappelijk onderzoek.

Het Brussels Gewest publiceert gegevens over de diversiteit.[24] Wallonië biedt via een portaalsite toegang tot de verschillende programma's en onderzoeken.[25]

De federale overheid fungeert als verzamelpunt en internationaal contactorgaan,[26] en voert het mariene milieubeleid en -onderzoek.[27] Het Belgisch Biodiversiteitsplatform wil een brug slaan tussen overheid, wetenschap en publiek, en de toegang tot wetenschappelijke data vergemakkelijken.

Ook Vlaamse en Waalse natuurorganisaties als Natuurpunt en Natagora dragen bij tot het natuuronderzoek, bijvoorbeeld met natuurtellingen.

Beleid

Op federaal niveau keurde de Interministeriële Conferentie Leefmilieu[28] in oktober 2006 een Belgische Nationale Biodiversiteitsstrategie 2006-2016 (NBS) goed,[29] die in november 2013 werd geactualiseerd.[30]

Varia

Zie ook

Externe links

Bronnen, noten en/of referenties
  1. a b Jansen, P., & Benthem, M. v. (2008). Bosbeheer en Biodiversiteit. Utrecht: stichting Matrijs
  2. nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
  3. (es) Biodiversiteit in vogels met 1898 grootste ter wereld - El Tiempo - 6 januari 2014.
  4. (es) 1903 soorten vogels in Colombia - 6 januari 2014.
  5. Niet onder deze indeling valt de culturele diversiteit volgens Ten Kate en Laird, 1999.
  6. (en) Whittaker, R.H. (1967) Gradient analysis of vegetation. Biol Rev 42:207-264.
  7. (en) Whittaker, R.H. (1969) Evolution of diversity in plant communities. Brookhaven Symp. Biol. 22:178-195.
  8. Kwartelkoning, Vogelbescherming Nederland.
  9. Kwartelkoning: Verspreiding, Agentschap voor Natuur en Bos.
  10. Ceballos, Gerardo (2015). Accelerated modern human–induced species losses: Entering the sixth mass extinction. Science Advances 1 (5): e1400253. PMID 26601195. PMC 4640606. DOI: 10.1126/sciadv.1400253.
  11. De Vos, Jurriaan (2015). Estimating the normal background rate of species extinction. Conservation Biology 29 (2): 452–462. PMID 25159086. DOI: 10.1111/cobi.12380.
  12. Brondízio, E.S.; Díaz, S.; Settele, J. (2019): 'Global assessment of biodiversity and ecosystem services', IPBES.
  13. Naar aanleiding van het Living Planet Report 2022 NRC, 14 oktober 2022. Gearchiveerd op 30 maart 2023.
  14. Global Biodiversity Outlook 3. Convention on Biological Diversity (2010). Gearchiveerd op 18 maart 2023.
  15. Allan, Eric (2015). Land use intensification alters ecosystem multifunctionality via loss of biodiversity and changes to functional composition. Ecol. Lett. 18 (8): 834–843. PMID 26096863. PMC 4744976. DOI: 10.1111/ele.12469.
  16. Daskin, Joshua H. (2018). Warfare and wildlife declines in Africa's protected areas. Nature 553 (7688): 328–332. PMID 29320475. DOI: 10.1038/nature25194.
  17. (2016). Invasive species triggers a massive loss of ecosystem services through a trophic cascade.. Proc Natl Acad Sci U S A 13 (15): 4081–5. PMID 27001838. PMC 4839401. DOI: 10.1073/pnas.1600366113.
  18. Bijlsma, R. J. (2005). Natuurlijkheid en biodiversiteit: een verstoorde relatie. Vakblad Natuur Bos Landschap, 2(2), 7-11.
  19. https://www.trouw.nl/duurzaamheid-natuur/met-dieren-had-victor-westhoff-niets-zijn-erfenis-weerklinkt-in-de-oostvaardersplassen~b191612d/. Gearchiveerd op 18 mei 2022.
  20. (en) Biodiversity research, funding, collaboration and jobs, projects, results, documents news and contact. Europese Commissie. Gearchiveerd op 28 augustus 2021. Geraadpleegd op 5 januari 2022.
  21. COM/2020/380 final – EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 – 20/5/2020 – 24 talen
  22. (en) Final Report - The Economics of Biodiversity: The Dasgupta Review. HM Treasury (2 februari 2021). Gearchiveerd op 2 januari 2022.
  23. Biodiversiteit als basis voor ecosysteemdiensten in Vlaanderen: tweede editie. INBO (2014). Gearchiveerd op 10 februari 2018. Geraadpleegd op 9 februari 2018.
  24. leefmilieu brussel. Brussels Gewest. Geraadpleegd op 13 februari 2017.
  25. La biodiversité en Wallonie. Wallonië. Geraadpleegd op 13 februari 2017.
  26. Biodiversiteit en natuur. belgium.be. Gearchiveerd op 14 februari 2017. Geraadpleegd op 13 februari 2017.
  27. Het mariene milieubeleid.
  28. De Interministeriële Conferentie Leefmilieu (ICL). FOD Volksgezondheid. Gearchiveerd op 10 februari 2018. Geraadpleegd op 9 februari 2018.
  29. Nationale strategie biodiversiteit. FOD Volksgezondheid (november 2006). Gearchiveerd op 10 februari 2018. Geraadpleegd op 9 februari 2018.
  30. Om de biodiversiteit in stand te houden heeft België zijn nationale strategie inzake biologische diversiteit geactualiseerd. FOD Volksgezondheid (12 januari 2016). Gearchiveerd op 10 februari 2018. Geraadpleegd op 9 februari 2018.
· · Sjabloon bewerken
Algemene begrippen:concurrentie · contactgemeenschap · dood hout · fytocoenon · fytosociologie · natuurlijke vegetatie · plantengemeenschap · plantensociologie · plantensociologische nomenclatuur · SynBioSys · vegetatie · vegetatiekunde
Biogeografie:adventief · archeofyt · areaal · autochtoon · beschermingsstatus · cultuurgewas · cultuurvolger · disjunct verspreidingsgebied · eilandbiogeografie · endemie · exoot · extinctie · florarijk · floristiek · inburgering · inheems · invasieve soort · kosmopoliet · massa-extinctie · Rode Lijst van de IUCN · status · synchorologie · uitsterven · verspreidingsgebied · vestiging
Levensvorm:bladrozet · bladverliezend · boom · chamefyt · dwergstruik · epifyt · fanerofyt · geofyt · grasachtige plant · groenblijvend · helofyt · hemikryptofyt · houtige plant · hydrofyt · klimplant · kruidachtig · liaan · loofboom · naaldboom · slingerplant · struik · succulent · therofyt · winterhard
Standplaats:boomgrens · ecologische groep · Ellenberg-indicatorwaarde · extremofiel · freatofyt · halofiel · halofyt · hellingbos · helofyt · indicatorplant · indicatorwaarde van Ellenberg · oecologische groep · standplaatsfactor · stroomdalflora · tredplant · verlandingsvegetatie · xerofiel · xerofyt · zoutplant
Syndynamiek:climaxvegetatie · fenologisch optimum · pioniervegetatie · potentieel natuurlijke vegetatie (PNV) · successie · vegetatieaspect · verlanding
Fysiognomie:aspect · biodiversiteit · biomassa · boomlaag · bos · fenologisch optimum · formatie · grasland · inslaggemeenschap · kruidlaag · lintvormig · moeras · moslaag · mozaïek · ondergroei · puntvormig · schimmellaag · strooisellaag · struiklaag · struweel · symmorfologie · vegetatieaspect · vegetatielaag · vegetatiemozaïek · vegetatieperiode · vegetatiestructuur · vegetatietextuur · vegetatiezonering · vlakdekkend · zode
Syntaxonomie:associatie · associatiefragment · begeleidend taxon · constant taxon · derivaatgemeenschap · differentiërend taxon · exclusief taxon · kentaxon · klasse · klasse-eigen · klasse-vreemd · onderverbond · orde · preferent taxon · presentie · rompgemeenschap · subassociatie · syntaxon · syntaxoncode · syntaxonomie‎ · syntaxonomische rang · transgrediërend taxon · trouw · verbond
Vegetatieonderzoek:abundantie · bedekking · Braun-Blanquet-methode · Frans-Zwitserse School · International Association for Vegetation Science · minimumareaal · Plantensociologische Kring Nederland · relevé · shannon-index · vegetatieopname · vegetatieschaal van Tansley · Zürich-Montpellier School
Vegetatietypen:amfibische vegetatie · bos · dijkvegetatie · geriefbos · grazige vegetatie · houtwal · Landelijke Vegetatie Databank · mantelvegetatie · muurvegetatie · rotsvegetatie · ruigte · struweel · tredvegetatie · trilveen · watervegetatie · zoomvegetatie
Standaardwerken (NL):Atlas van plantengemeenschappen in Nederland · De vegetatie van Nederland (VvN) · Revisie Vegetatie van Nederland (rVvN)
Lijsten:lijst van bosgemeenschappen in Nederland · lijst van vegetatiekundigen · plantkunde van A tot Z · vegetatiekunde van A tot Z
· · Sjabloon bewerken
Plantkunde en deelgebieden
Geobotanie (planten als onderdeel van de biosfeer)
Plantengeografie:adventief · areaal · beschermingsstatus · bioom · endemie · exoot · flora · floradistrict · floristiek · hoogtezonering · invasieve soort · Plantengeografie · status · stinsenplant · uitsterven · verspreidingsgebied
Paleobotanie:archeobotanie · dendrochronologie · fossiele planten · gyttja · palynologie · pollenzone · varens · veen
Vegetatiekunde & plantenoecologie:abundantie · associatie · bedekking · biodiversiteit · biotoop · boomlaag · bos · Braun-Blanquet-methode · broekbos · climaxvegetatie · clusteranalyse · coenocline · concurrentie · constant taxon · contactgemeenschap · differentiërend taxon · dwergstruweel · ecologische gradiënt · ecologische groep · Ellenberg-indicatorwaarde · gemeenschapsgradiënt · grasland · heide · kentaxon · kruidlaag · kwelder · minimumareaal · moeras · moslaag · ordinatie · pioniersoort · plantengemeenschap · potentieel natuurlijke vegetatie · presentie · regenwoud · relevé · ruigte · savanne · schor · steppe · struiklaag · struweel · successie · syntaxon · syntaxonomie · Tansley (methode) · toendra · tropisch regenwoud · trouw · veen · vegetatie · vegetatielaag · vegetatieopname · vegetatiestructuur · vegetatietype · vergrassing · verlanding
Idiobotanie (planten onder gecontroleerde omstandigheden)
Plantenmorfologie & -anatomie:beschrijvende plantkunde · adventief · apoplast · blad · bladgroenkorrel · bladstand · bloeiwijze · bloem · bloemkroon · boomkruin · celwand · chloroplast · collenchym · cortex · cuticula · eicel · epidermis · felleem · fellogeen · felloderm · fenologie · floëem · fytografie · gameet · gametofyt · groeivorm · haar · houtvat · huidmondje · hypodermis · intercellulair · intercellulaire ruimte · kelk · kroonblad · kurk · kurkcambium · kurkschors · levensduur · levensvorm · merg · meristeem · middenlamel · palissadeparenchym · parenchym · periderm · plantaardige cel · plastide · schors · sclereïde · sclerenchym · spermatozoïde · sponsparenchym · sporofyt · stam · steencel · stengel · stippel · symplast · tak · thallus · topmeristeem · trachee · tracheïde · tylose · vaatbundel · vacuole · vrucht · wortel · xyleem · zaad · zaadcel · zeefvat · zygote
Plantenfysiologie:ademhaling · bladzuigkracht · evapotranspiratie · fotoperiodiciteit · fotosynthese · fototropie · fytochemie · gaswisseling · geotropie · heliotropisme · nastie · plantenfysiologie · plantenhormoon · rubisco · stikstoffixatie · stratificatie · transpiratie · turgordruk · vernalisatie · winterhard · worteldruk
Plantensystematiek:taxonomie · botanische nomenclatuur · Angiosperm Phylogeny Group · APG I-systeem · APG II-systeem · APG III-systeem · APG IV-systeem · algen · botanische naam · cladistiek · Cormophyta · cryptogamen · classificatie · embryophyta · endosymbiontentheorie · endosymbiose · evolutie · fanerogamen · fylogenie · generatiewisseling · groenwieren · hauwmossen · kernfasewisseling · korstmossen · kranswieren · landplanten · levenscyclus · levermossen · mossen · PPG I-systeem · Pteridophyte Phylogeny Group · roodwieren · varens · zaadplanten · zeewier
Overig
Bijzondere plantkunde:algologie · bryologie · dendrologie · fycologie · lichenologie · mycologie · pteridologie