Doctorandus

Doctorandus (afkorting: drs.) is in Nederland de titel voor de academische graad van master. In Vlaanderen wordt de term gereserveerd voor universitaire studenten die effectief aan een doctoraatsthesis werken. Het is een Latijnse term die letterlijk vertaald kan worden als "hij die (nog) doctor worden moet" (zie de grammaticale constructie gerundivum).

Doctorandus in Nederland

In Nederland verkrijgt men de academische titel doctorandus na het behalen van het doctoraalexamen aan een Nederlandse universiteit, dit meestal na vier of vijf jaar studie. In strikte zin impliceert de term 'doctorandus' dat de academische carrière nog niet is afgerond, maar een tussenstap is naar de titel van doctor. In de meeste gevallen werd na het behalen van het doctoraalexamen de universitaire studie als afgesloten beschouwd (men was 'afgestudeerd') en begon de 'doctorandus' met een maatschappelijke carrière. Slechts in een minderheid van de gevallen volgt nog doctoraatsonderzoek, waarmee de graad van doctor kan worden behaald (promotie).

Titelvoering

Een academicus (universitair afgestudeerde) mag volgens de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (art. 7.20[1]) in plaats van de mastertitel nog steeds de oude titulatuur gebruiken:[2] meester in de rechten (mr. ofwel LL.M), doctorandus (drs. ofwel MSc of MA), ingenieur (ir. ofwel MSc), doctor (dr. ofwel D, EdD, PhD). Binnen de aanduiding Doctor of Medicine treft men vele overige afkortingen aan. Dit is ook het geval bij artsen in opleiding, maar de daarin gehanteerde afkortingen duiden geen academische graden aan.

De titels mr., drs., ir. en dr. worden voor de achternaam geschreven, de meer internationaal gekende titels achter de achternaam. De regeling in art. 7.20 is niet van kracht voor mastertitels die behaald zijn in het hoger beroepsonderwijs, zoals voor de graad MEng. De graden MA, MSc en LL.M mogen niet gecombineerd worden met de titels ir., mr. of drs.,[3][4] maar deze titels mogen wel vertaald worden naar de 'nieuwe' internationale herkenbare mastergraden en als zodanig gevoerd worden.[3][4][5][6]

Geschiedenis

Het gebruik van de drielettercombinatie drs. als titel was aanvankelijk niet gebruikelijk. Er werd vanuit diverse kringen oppositie tegen gevoerd, zoals onder andere blijkt uit een brief van de eerste afdeling van de Onderwijsraad uit 1937,[7] naar aanleiding van een klacht door de Universiteit Leiden.

Hoezeer de uitdrukking doctorandus(a), verkort Drs(a), noch in de Hooger-Onderwijswet, noch in het Academisch Statuut voorkomt, is zij toch min of meer gebruikelijk geworden ter aanduiding van hen, die het doctoraalexamen met goed gevolg hebben afgelegd, en staan naar het doctoraat. Het woord drukt geen graad of titel uit, doch het bedoelt aan te duiden, dat hij, die het bij zijn naam voegt, hetzij door het op dien naam te laten volgen of het er aan te laten voorafgaan, het examen, dat den Overgang vormt van het candidaatschap tot het doctoraat, met gunstig gevolg heeft afgelegd.

Verder in de brief staat:

Het komt der Afdeeling dus voor, dat er geen reden bestaat om het gebruik van genoemde aanduiding, ook in officieele stukken te verbieden. Ieder voor wien deze stukken bestemd zijn kan geacht worden te weten wat zij beteekent. Daarenboven, zij drukt niet slechts positief uit, wat de persoon, die deze aanduiding aan zijn naam laat voorafgaan, heeft bereikt, maar evenzeer negatief, wat hij nog bereiken moet.

Trivia

  • De term doctoranda (dra.) voor vrouwen met de titel of benaming doctorandus wordt vrijwel niet meer gebruikt. Het betekende letterlijk "zij die (nog) doctor worden moet", maar de vrouwelijke vormen van vele dergelijke woorden (zoals bijvoorbeeld directrice - directeur) verdwijnen allengs uit het Nederlands.
  • Doctorandus is in Nederland een beschermde titel.[8] Soms gebruiken mensen deze titel onterecht, zoals Charl Schwietert, die onder andere hierom zijn ambt als staatssecretaris van Defensie moest neerleggen. Joep Haffmans voerde de titel naar een valse beschikking van het ministerie van Onderwijs. Ook Boudewijn Büch voerde, zo bleek na zijn dood in november 2002, onterecht een dubbele doctorandus-titel. De artiestennaam Drs. P, bedacht door Willem Duys voor Heinz Hermann Polzer, een Nederlandstalig tekstschrijver met de Zwitserse nationaliteit, is een pseudoniem dat terecht naar Plozers academische graad in de economie verwijst.

Doctorandus in Indonesië, Vlaanderen en Angelsaksische landen

In navolging van Nederlandse universiteiten werd de titel doctorandus ook toegekend aan afgestudeerden van Indonesische universiteiten. Deze titel was echter onderhevig aan inflatie en tot 1990 werd hij alleen nog gegeven aan afgestudeerden in de sociale wetenschappen op bachelorniveau.

In Vlaanderen is de term doctorandus enkel in gebruik voor academici die daadwerkelijk aan een doctoraat schrijven, vergelijkbaar met het gebruik van de term promovendus in Nederland. In de Angelsaksische landen wordt een doctorandus in deze betekenis van het woord een 'PhD-student' of een 'PhD-candidate' genoemd.

In Vlaanderen verkreeg iemand die aan de universiteit afstudeert de academische graad licentiaat (lic.), tegenwoordig master, wat equivalent was aan de Nederlandse academische graad 'doctorandus'. Bovendien kon 'drs.' ook betrekking hebben op een student geneeskunde in zijn stagejaar, dat plaatsvindt in het tweede jaar van de driejarige masteropleiding. Dokter-stagiair werd dan afgekort als 'drs.' In Vlaanderen wordt de afkorting 'dr.' vaak voor de naam gezet van een arts (master geneeskunde).[9]

Zie ook

Noten

  1. Tekst van artikel 7.20. Gearchiveerd op 2 april 2015.
  2. Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, art. 7.20
  3. a b 'Titulatuur: drs. A. Jansen, MBA' OnzeTaal. Gearchiveerd op 28 mei 2022.
  4. a b Burgervragen, MinOCW.
  5. Opleidingen en titels, MinOCW.
  6. Welke titel mag ik voeren?, NVAO.
  7. Geheugen van het onderwijs
  8. Zie art. 435 Wetboek van Strafrecht.
  9. Doctor vs. dokter, VRT Taalnet.