Effectieve waarde

In de elektrotechniek verstaat men onder de effectieve waarde van een zuivere, dat wil zeggen met gemiddelde waarde 0, periodieke wisselstroom of -spanning, de waarde van een constante stroom of spanning die in een weerstand gemiddeld hetzelfde elektrisch vermogen ontwikkelt als het oorspronkelijke signaal.

Een periodieke stroom met amplitude I {\displaystyle I} ontwikkelt momentaan in een weerstand R {\displaystyle R} een vermogen I 2 R {\displaystyle I^{2}R} , dus gemiddeld over een periode T {\displaystyle T} :

1 T 0 T I 2 R d t {\displaystyle {\frac {1}{T}}\int _{0}^{T}I^{2}Rdt}

De effectieve waarde I e f f {\displaystyle I_{\mathrm {eff} }} ontwikkelt een vermogen I e f f 2 R {\displaystyle I_{\mathrm {eff} }^{2}R} , met

I e f f 2 R = 1 T 0 T I 2 R d t {\displaystyle {I_{\mathrm {eff} }^{2}}R={\frac {1}{T}}\int _{0}^{T}I^{2}Rdt}

Dus is

I e f f = 1 T 0 T I 2 d t {\displaystyle I_{\mathrm {eff} }={\sqrt {{\frac {1}{T}}\int _{0}^{T}I^{2}dt}}}

Daarom wordt de effectieve waarde ook aangeduid als RMS, de Engelse afkorting voor root-mean-square oftewel kwadratisch gemiddelde.

Een sinusvormig signaal heeft dus een effectieve waarde die gelijk is aan 1 / 2 = 0,707 {\displaystyle 1/{\sqrt {2}}=0{,}707} van de maximale amplitude, de zogenaamde piekwaarde. Een zaagtand en een driehoekssignaal hebben een effectieve waarde die gelijk is aan 1 / 3 = 0,577 {\displaystyle 1/{\sqrt {3}}=0{,}577} van de maximale amplitude. De effectieve waarde wordt gebruikt als men een effectief gemiddelde wil weten zonder nadere informatie te hoeven geven over frequentie of golfvorm van de spanning.