De Grand Prix-wegrace van Zwitserland 1949 was de tweede race van het wereldkampioenschap wegrace-seizoen 1949 en ook de tweede officiële WK-race in de geschiedenis. De races werden verreden op 2- en 3 juli 1949 op Circuit Bremgarten, een stratencircuit in de stad Bern. In deze Grand Prix bracht men alle bestaande klassen aan de start: 500 cc, 350 cc, 250 cc, 125 cc en de zijspanklasse. De 250cc-klasse reed op zaterdag 2 juli, de overige klassen op zondag 3 juli. Op zondag was er ook tijd ingeruimd voor een single-seat-autorace, de klasse die in 1950 de Formule 1 zou worden. Deze race werd gewonnen door voormalig motorcoureur Alberto Ascari.
Algemeen
Omdat de Italiaanse teams het in de TT van Man grotendeels hadden laten afweten, was dit de eerste echte internationale ontmoeting van topteams en -coureurs sinds de wedstrijden om het Europees kampioenschap aan het einde van de jaren dertig. Er werd vooral veel verwacht van de viercilinder Gilera 500 4C, die sterker en lichter was dan de Britse Norton Manx. De Italianen hadden ook - meer dan de Britten - energie gestoken in de ontwikkeling van compressormotoren, maar die had de FICM verboden, waardoor dat werk waardeloos was geworden.
500cc-klasse
25 rijders startten in de 500cc-klasse, waarvan er slechts 14 de finish haalden. Ted Frend, die zich al als snelste had gekwalificeerd, reed ook de snelste ronde, wat hem een extra punt had opgeleverd als hij de finish had gehaald. Dat gebeurde echter niet en het punt ging nu naar winnaar Les Graham. Tweede werd Arciso Artesiani met de Gilera 500 4C, voor Harold Daniell en Nello Pagani, die ruzie had met constructeur Piero Remor en die daarom voor straf met de eencilinder Gilera Saturno moest aantreden.
Uitslag 500cc-klasse | Niet gefinished Niet deelgenomen |
Top negen tussenstand 500cc-klasse
(slechts negen coureurs hadden al punten gescoord)
350cc-klasse
Freddie Frith won zijn tweede Grand Prix op rij, maar hij had slechts vier seconden voorsprong op de AJS-rijders Les Graham en Bill Doran. Frith kreeg ook het extra punt voor de snelste ronde. 20 coureurs haalden de finish.
Uitslag 350cc-klasse | Niet deelgenomen/onbekend |
Top acht tussenstand 350cc-klasse
(slechts acht coureurs hadden al punten gescoord)
250cc-klasse
In de 250cc-race ontmoetten de Italianen en de Britten elkaar voor het eerst. Bruno Ruffo won met ruime voorsprong op Dario Ambrosini, maar Fergus Anderson reed de snelste ronde. Omdat Manliff Barrington (winnaar van de Lightweight TT) niet scoorde stond hij nu samen met Ruffo aan de leiding van het kampioenschap. 16 coureurs kwamen aan de start, waarvan er 12 de finish haalden.
Uitslag 250cc-klasse | Niet deelgenomen/onbekend |
Top tien tussenstand 250cc-klasse
125cc-klasse
De 125cc-klasse was een volledig Italiaanse aangelegenheid. Nello Pagani won met zijn Mondial en reed ook de snelste ronde. Carlo Ubbiali deed het met zijn MV Agusta-tweetakt niet slecht: hij werd vierde door Umberto Masetti nipt te verslaan. 17 coureurs kwamen aan de start, waarvan er 15 de finish haalden.
Uitslag 125cc-klasse | Niet deelgenomen/onbekend |
Top vijf tussenstand 125cc-klasse
Conform wedstrijduitslag
Zijspanklasse (600 cc)
Eric Oliver en Denis Jenkinson lieten er geen misverstand over bestaan wie de beste was. Ze wonnen zeer ruim voor Ercole Frigerio/Lorenzo Dobelli, die met een Gilera Saturno-blok reden en het met de tweede plaats nog verrassend goed deden. 16 combinaties haalden de finish.
Uitslag zijspanklasse | Niet deelgenomen/onbekend Coureur | Bakkenist | Merk | Frans Vanderschrick | Martin Whitney | Norton | Roland Benz | Max Hirzel | BMW | Pip Harris | Neil Smith | Norton | Ernesto Merlo | Aldo Veglio | Gilera | |
Top vijf tussenstand zijspanklasse
Conform wedstrijduitslag
Trivia
Piero Remor
Piero Remor had voor Giuseppe Gilera de viercilinder Gilera 500 4C ontwikkeld, maar vooral Nello Pagani had nogal wat kritiek op de wegligging van die machine. Remor strafte hem daarvoor door hem met de eencilinder Gilera Saturno te laten starten. Nu Pagani twee minuten achterstand opliep op Les Graham greep Gilera in: voor de TT van Assen kreeg Pagani een viercilinder en Remor werd aan het einde van het seizoen ontslagen.
Bronnen, noten en/of referenties - Luigi & Gianna Rivola: De geschiedenis van de motorsport, oorsprong en ontwikkeling, 1993 Uitgeverij Uniepers b.v., Abcoude ISBN 90 6825 131 7
Voetnoten - ↑ a b c d e Punt voor de coureur die de snelste ronde heeft gereden én de finish heeft gehaald.
|
1922 · 1923 · 1924 · 1927 · 1928 · 1929 · 1930 · 1931 · 1932 · 1933 · 1935 · 1936 · 1937 · 1938 · 1946 · 1947 ·1948 · 1949 · 1950 · 1951 · 1952 · 1953 · 1954 · 1959