Haarspeldbocht

Haarspeldbocht op de Mont Ventoux
Assam

Haarspeldbochten zijn zeer scherpe bochten van meer dan 90 graden, soms tot 180 graden. Ze komen veel voor in bergwegen, waar ze het verkeer langs steile hellingen leiden. Ook in krappe ruimtes kunnen ze nodig zijn, bijvoorbeeld in dichtbebouwde steden. In racecircuits verhogen ze de amusementswaarde of beperken ze de snelheid.

Een weg recht omhoog tegen een berghelling zal voor het meeste wegverkeer te steil zijn. Om het verkeer toch naar boven te leiden, legt men de weg licht hellend aan, vrijwel langs de hoogtelijnen. De hellingsgraad kan dan betrekkelijk gering gehouden worden. Tijdens het rijden ligt de diepte na elke haarspeld aan de andere zijde.

De bochten die vaak zo'n 180 graden zijn, zijn genoemd naar de benen van een moderne haarspeld die op deze wijze gevouwen is.

Autoverkeer

Auto's en vrachtwagens hebben ruimte nodig om dergelijke bochten te kunnen nemen. Hierom kan het nodig zijn een groter deel van de bergwand weg te halen of er juist een stuk weg bij aan te bouwen. Niet altijd is er in de bocht voldoende ruimte om een stijgend en dalend voertuig te laten passeren. Doorgaans is dan de regel dat het stijgende verkeer voorrang heeft.

Fietsverkeer

De oostelijke helling van de Liniebrug, een fiets- en loopbrug gebouwd over het Amsterdam-Rijnkanaal bij Nigtevecht in 2018, bestaat uit een paar haarspeldbochten.

Een fietser die met moeite tegen een steile helling op kan komen, kan in een zigzagpatroon gaan rijden - uiteraard als het verkeer het toelaat. Hij creëert dan zelf een haarspeldbocht.

Voetpad

Voetpaden in de bergen kunnen ook haarspeldbochten hebben. Doordat een voetganger makkelijk om kan draaien, zijn zulke bochten niet problematisch.

Spoorwegen

Een trein kan zelden scherpe bochten maken en een bergspoor loopt daarom vaak in een zigzagpatroon.

Bij elke bocht moet een wissel worden omgelegd terwijl de trein kopmaakt om verder te rijden. Zelden wordt daarbij de locomotief omgereden. Het zou te bewerkelijk zijn en bovendien is er een extra spoor voor nodig. In plaats daarvan gebruikt men een treinstel of een locomotief aan elk uiteinde van de trein.

Een wisselplaats voor tegemoetkomende treinen is vrij eenvoudig te realiseren door het kopspoor bij een keerpunt zo lang te maken dat er ruimte is voor twee treinen.