Landroof

Er is sprake van landroof in die gevallen waar nationale overheden land laten kopen of pachten door nationale en/of internationale investeerders ten koste van de bestaanszekerheid van lokale bevolkingen.[1]

In veel gevallen van landroof is er sprake van slechte registratie van eigendomsrechten en verkoopt de overheid stukken grond die door de lokale bevolking al generaties bewoond of geëxploiteerd wordt. Deze mensen moeten soms gedwongen verhuizen of hun bedrijven opdoeken. Door mechanisatie is er vaak een lagere werkgelegenheid in het gebied vergeleken met voor de verkoop. Ook schade aan milieu kan de levenszekerheid van de lokale bevolking verminderen. Overheden kunnen visrechten verpachten met als gevolg dat er regelmatig sprake is van overbevissing. Lokale vissers kunnen daardoor niet meer rond komen.[2]

Sinds de voedselcrisis van 2008 namen internationale investeringen in grond in ontwikkelingslanden toe en daarmee ook landroof. Ook de opmars van biobrandstoffen deed internationale investeerders vaker in grond investeren.[3]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Lilianne Ploumen, Kamerbrief inzake Nederlandse inzet bij tegengaan landroof. Ministerie van Buitenlandse zaken (2013).
  2. Hall, Ruth (June 2011). Land grabbing in Southern Africa: the many faces of the investor rush. Review of African Political Economy 38 (128): 193. Gearchiveerd van origineel op 20 mei 2023.
  3. Borras Jr., Saturnino M., Ruth Hall, Ian Scoones (24 March 2011). Towards a better understanding of global land grabbing: an editorial introduction. Journal of Peasant Studies 38 (2): 209. Gearchiveerd van origineel op 28 maart 2023.