Lie-algebra

In de wiskunde is een lie-algebra een algebraïsche structuur die voornamelijk wordt gebruikt in de studie van meetkundige objecten, zoals lie-groepen en differentieerbare variëteiten. Lie-algebra's werden geïntroduceerd in het kader van de studie van het concept van de infinitesimale transformaties. De term "lie-algebra", werd in de jaren dertig van de twintigste eeuw ingevoerd door Hermann Weyl. Lie-algebra's zijn genoemd naar de Noorse wiskundige Sophus Lie, die de basis legde voor de studie hiervan.

Definitie

Een lie-algebra g {\displaystyle {\mathfrak {g}}} is een algebra over een lichaam (NL)/veld (B) F {\displaystyle F} , met als binaire operatie op de vectorruimte g {\displaystyle {\mathfrak {g}}} de zogeheten lie-haak:

[   ,   ] : g × g g {\displaystyle [\ \cdot \,,\cdot \ ]:{\mathfrak {g}}\times {\mathfrak {g}}\to {\mathfrak {g}}}

die voldoet aan de volgende axioma's[1]:

  • Bilineariteit:
[ a x + b y , z ] = a [ x , z ] + b [ y , z ] , [ z , a x + b y ] = a [ z , x ] + b [ z , y ] {\displaystyle [ax+by,z]=a[x,z]+b[y,z],\quad [z,ax+by]=a[z,x]+b[z,y]}
voor alle scalairen a , b F {\displaystyle a,b\in F} en voor alle elementen x , y , z g . {\displaystyle x,y,z\in {\mathfrak {g}}.}
  • Anticommutativiteit, of scheef-symmetrie:
[ x , x ] = 0 {\displaystyle [x,x]=0}
voor alle x g . {\displaystyle x\in {\mathfrak {g}}.}
Als de karakteristiek van F {\displaystyle F} verschillend is van 2, is dit gelijkwaardig met de eis dat
[ x , y ] = [ y , x ] {\displaystyle [x,y]=-[y,x]}
voor alle x , y g . {\displaystyle x,y\in {\mathfrak {g}}.}
  • De jacobi-identiteit:
[ x , [ y , z ] ] + [ y , [ z , x ] ] + [ z , [ x , y ] ] = 0 {\displaystyle [x,[y,z]]+[y,[z,x]]+[z,[x,y]]=0}
voor alle x , y , z g . {\displaystyle x,y,z\in {\mathfrak {g}}.}

Associatieve algebra

Voor elke associatieve algebra A {\displaystyle A} met vermenigvuldiging {\displaystyle *} , kan men een lie-algebra L ( A ) {\displaystyle L(A)} construeren. Als vectorruimte is L ( A ) {\displaystyle L(A)} gelijk aan A {\displaystyle A} en de lie-haak wordt gedefinieerd als de commutator in A {\displaystyle A} :

[ a , b ] = a b b a . {\displaystyle [a,b]=a*b-b*a.}

De associativiteit van de vermenigvuldiging {\displaystyle *} in A {\displaystyle A} impliceert de jacobi-identiteit van de commutator in L ( A ) {\displaystyle L(A)} . In het bijzonder geeft de associatieve algebra van n × n {\displaystyle n\times n} -matrices over een lichaam/veld F {\displaystyle F} aanleiding tot de algemene lineaire lie-algebra g l n ( F ) {\displaystyle {\mathfrak {gl}}_{n}(F)} . De associatieve algebra A {\displaystyle A} wordt de omhullende algebra van de lie-algebra L ( A ) {\displaystyle L(A)} genoemd. Het is bekend dat elke lie-algebra op die manier kan worden ingebed in een algebra die ontstaat uit een associatieve algebra. Zie universele omhullende algebra.

Andere voorbeelden

Het bijzondere geval waarbij [ x , y ] {\displaystyle [x,y]} steeds 0 is, voldoet op triviale wijze aan de axioma's en heet de commutatieve of abelse lie-algebra.

Het vectorproduct maakt van de driedimensionale coördinatenruimte K 3 {\displaystyle K^{3}} over een willekeurig lichaam K {\displaystyle K} , een lie-algebra.

Als M {\displaystyle M} een gladde variëteit is, en T M {\displaystyle TM} haar raakbundel, dan vormen de sneden van T M {\displaystyle TM} een reële vectorruimte. De lie-haak van twee vectorvelden maakt van deze vectorruimte een lie-algebra. Met een gelijkaardige constructie, maar beperkt tot linksinvariante vectorvelden, verkrijgen we de lie-algebra van een lie-groep.

Representatiestelling

Elke lie-algebra is isomorf met een deelalgebra van de lineaire transformaties van een vectorruimte, uitgerust met de commutatorhaak [ . , . ] {\displaystyle [.,.]}

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Nathan Jacobson, "Lie Algebras," John Wiley Interscience 1962 (Dover-uitgave 1979). Bij Jacobson is de bilineariteit inbegrepen in de algemene definitie van een algebra, net als in het Wikipedia-artikel algebra (structuur).