Oil Pollution Act van 1990

De opmaak van dit artikel is nog niet in overeenstemming met de conventies van Wikipedia. Het artikel bevat namelijk weinig tot geen interne links. Men wordt uitgenodigd deze pagina aan te passen.

De Oil Pollution Act van 1990 (OPA) werd aangenomen door het Congres van de Verenigde Staten en ondertekend door President George H. W. Bush. OPA trad in voege op 18 augustus 1990. Het doel is om olieverontreiniging door schepen en havenfaciliteiten te minimaliseren door constructievoorwaarden en procedures op te leggen. De grootste verandering was echter dat de beperkte financiële verantwoordelijkheid werd opgeheven. Dit leidde tot fundamentele veranderingen in de olie-industrie.

Geschiedenis en achtergrond

Grote olievlekken zichtbaar op het wateroppervlak in de Prince William Sound na de Exxon Valdez olieramp.

Wetten betreffende olievervuiling in de Verenigde Staten begonnen vorm te krijgen in 1851 met de Limitation of Liability Act. Om het mariene milieu te beschermen werden reders aansprakelijk voor incident-gelateerde kosten tot de post indicent waard van het vaartuig. De tekortkoming van deze wet werd zeer duidelijk in 1967 na het incident met de Torrey Canyon. De scheepseigenaars waren van de in het totaal 8 miljoen dollar opruimingskosten slechts aansprakelijk voor 50 dollar van de enige resterende Torrey Canyon reddingsboot. In de tussentijd, was de Oil Pollution Act van 1924 gepasseerd, maar deze stelde enkel aansprakelijkheid voor opzettelijk lozing in de zee.

Twee jaar na de Torrey Canyon pollutie, haalde de olievervuiling door een olieplatform de nationale krantkoppen en bracht oliepollutie terug op de politieke agenda. Als resultaat plaatste het Congres in 1970 verontreiniging door olie onder de bevoegdheid van de Federal Water Pollution Act (FWPA) van 1965, dewelke later de Clean Water Act van 1972 werd en daarvoor enkel afvalwater en industrieel afval behandelde. De FWPA stelt specifieke beperkingen van aansprakelijkheid. Bijvoorbeeld, vaartuigen die olie transporteren waren aansprakelijk tot 250 000 dollar of $150 per gross ton. Deze beperkingen dekten zelden de totale kosten van het verwijderen en opruimen van de olie, laat staan van alle aangerichte schade.

In de decennia die volgden werden verschillende andere wetten betreffende aansprakelijkheid en schadevergoedingen na oliepollutie behandeld. Onder andere the Ports and Waterways Safety Act of 1972, the Trans-Alaska Pipeline Authorization Act of 1973, the Deep Water Port Act of 1974, the Outer Continental Shelf Lands Act of 1978, and the Alaska Oil Spill Commission of 1990. Deze wetten resulteren echter enkel in een beperkte bescherming van het mariene milieu. In 1976, werd een adequaat wetsvoorstel -weliswaar in diens tijdgeest- betreffende oliepollutie ingediend. Noch het Huis van Afgevaardigden , noch de Senaat konden het eens worden en het wetsvoorstel werd naar de prullenmand verwezen

Op 24 maart 1989 liep de Exxon Valdez aan de grond in Prins Williams Sound en pollueerde tussen de 41 en 132 miljoen liter ruwe olie in zee - de grootste olieramp in de maritieme geschiedenis tot op dat moment. Kort daarna gebeurden er drie kleinere pollutie binnen de kustwateren van de Verenigde Staten. Dit was de uiteindelijk drijfveer om in actie te schieten.

Alaska Gouverneur Jay Hammond bevoegde de oprichting van de Alaska Oil Spill Commissie in 1989 om de oorzaken van de Exxon Valdeze olieramp te onderzoeken en aanbevelingen te doen over mogelijke veranderingen in het beleid betreffende oliepollutie. Hammond benoemde Walter B. Parker, een gerespecteerde transportconsultant, als de voorzitter van de commissie.[1][2] Onder Parker, bracht de Commissie 52 aanbevelingen voor verbeteringen van de industrie, de staat en de federale regelgeving uit. 50 van deze aanbevelingen werden verwerkt in de Oil Pollution Act dat werd geïntroduceerd in de wetgeving op 16 maart 1989 door Walter B. Jones, Sr., een Democratische Partij lid van het congres van North Carolina's 1e congressional district.

Gevolgen van OPA

OPA geldt als de belangrijkste binnenlandse tankerwetgeving ooit afgekondigd. Zo verplicht het bijvoorbeeld een dubbele romp waar MARPOL ruimte laat voor minstens evenwaardige alternatieven. Ook maakt OPA komaf met de beperkte financiële verantwoordelijkheid die vooraf gold. Dit had vooral gevolgen op de verzekeringsmarkt die niet happig was om verzekeringen af te sluiten. Door het onvermogen om eventuele financiële aansprakelijkheid te vergoeden konden schepen niet navigeren binnen de territoriale wateren van de Verenigde Staten. OPA heeft ook directe invloed op de binnenlandse olie-industrie.

Referenties

  1. After a long life of service, Walt Parker passes away at 87. Prince William Sound Regional Citizens’ Advisory Council (26 juni 2014). Geraadpleegd op 23 november 2014.
  2. Dunham, Mike, "Longtime Alaska resources and transportation adviser Walter Parker dead at 87", Alaska Dispatch News, 26 juni 2014. Gearchiveerd op 8 december 2015. Geraadpleegd op 16 november 2014.