Zandparasolzwam
Zandparasolzwam | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Lepiota brunneolilacea Bon & Boiffard (1972 [1]) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
|
De zandparasolzwam (Lepiota brunneolilacea) is een schimmel behorend tot de familie Agaricaceae. Ze komen uitsluitend voor in duinhabitat. Hij groeit tussen tussen helm in helmduinen.[2]
Kenmerken
Uiterlijke kenmerken
- Hoed
De hoed heeft een diameter van 3 tot 7,5 cm. Kenmerkend zijn lilabruine schubben en banden afgezet met donkerbruine tot bijna zwarte richels op hoedrand en de steel.
- Lamellen
De vrije lamellen zijn aanvankelijk roomwit en krijgen na verloop van tijd een roest- of zelfs wijnrode kleur. De lamellen staan vrij dicht op elkaar, vrij en buikig. De kleur is wit met grijstintje.[3]
- Steel
De steel heeft een lengte van 20 tot 50 mm en een dikte van 3 tot 8 mm. De kleur is roze tot lilabruin, met klein, wit, vliezig ringetje, bedekt met violetbruine schubjes. De vorm is cilindrisch met verdikte basis.[3]
- Geur en smaak
De geur en smaak zijn neutraal.[3]
- Sporenprint
De sporenprint is wit.[3]
Microscopische kenmerken
De sporen zijn eivormig tot ellipsoid, kleurloos, glad, dextrinoïde en meten (8.0-) 8,5-12,0 × 4,5-6,0 µm, met een Q=1,6 tot 2,2 en Q-avg van 1,8 tot 2,0. De cheilocystidia zijn talrijk aanwezig, variabel in vorm, meestal flesvormig tot buikig en meten 15-30 × 6,0 - 10 µm. Er zijn gespen aanwezig.[3]
Verspreiding
In Nederland komt de zandparasolzwam zeldzaam voor. Hij staat op de rode lijst in de categorie 'Gevoelig'.[2]
Foto's
- Hoed
- Sporen
- ↑ (en) Index Fungorum
- ↑ a b NMV Verspreidingsatlas Paddenstoelen
- ↑ a b c d e Zandparasolzwam (Lepiota brunneolilacea) op yavannah.nl