De gouden gans

De gouden gans / Zwaan-kleef-aan
titelpagina uit Grimm's Household Tales, 1912
Auteur gebroeders Grimm
Originele titel Die goldene Gans
Origineel gebundeld in Kinder- und Hausmärchen
Uitgiftedatum 1812
Land Duitsland
Genre sprookje
Portaal  Portaalicoon   Literatuur
Domoor vindt de gouden gans
De drie dochters van de waard zitten vast
Een prinses die niet kan lachen komt in vele landen voor, hier een afbeelding uit het Vasnetsovmuseum in Moskou

De gouden gans is een sprookje uit Kinder- und Hausmärchen, de verzameling van de gebroeders Grimm, met als nummer KHM64. De oorspronkelijke naam is Die goldene Gans.

Het sprookje is in Nederland ook bekend als Zwaan kleef aan.

Het verhaal

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Een man heeft drie zonen, de jongste heet Domoor en wordt door iedereen bespot. De oudste zoon gaat hout halen en krijgt een eierkoek en fles wijn mee. Hij ontmoet een mannetje en deze vraagt om voedsel en een slokje wijn, maar krijgt niks. De jongen slaat zich tijdens het werk met de bijl in zijn arm en gaat naar huis. De tweede zoon gaat hout hakken en geeft het mannetje ook niks, hij hakt zich in zijn been en gaat naar huis. Domoor wil hout gaan hakken en na lang aandringen mag hij gaan. Hij krijgt een koek die met water in de as is gebakken en een fles zuur bier van zijn moeder mee. Hij geeft het grijze mannetje te eten en het blijkt een fijne eierkoek te zijn. Het mannetje zegt dat Domoor beloond zal worden voor zijn goede hart, Domoor moet een boom omhakken. Tussen de wortels ligt een gans met gouden veren en Domoor neemt deze mee naar de herberg.

Folksagor och äfventyr, Noorwegen

De drie dochters van de waard zien de vogel en willen een veer. De oudste dochter grijpt de gans, maar haar handen plakken aan de vogel. Ook de tweede dochter komt vast te zitten als ze haar zuster aanraakt. Dit gebeurt ook met de derde dochter en Domoor gaat met de gans en de meisjes op weg. De pastoor komt het gezelschap tegen in het veld en wil de dames wegtrekken, maar komt ook vast te zitten. Ze komen een koster tegen en twee boeren, met zeven personen zitten ze vast en hollen achter Domoor aan. Het gezelschap komt in een stad waar degene die de koningsdochter aan het lachen kan krijgen met haar mag trouwen. Als het meisje het gezelschap ziet, begint ze te schaterlachen.

De koning is niet blij met deze schoonzoon en wil dat zijn kelder met wijn eerst wordt leeggedronken. Domoor denkt aan het grijze mannetje en gaat naar de omgehakte boom. Daar zit een man die vertelt veel dorst te hebben en niets kan zijn dorst lessen. Domoor neemt de man mee en deze drinkt de voorraad wijn op. De koning wil dat eerst een berg van brood wordt opgegeten en Domoor gaat weer naar het bos. Een man zegt dat hij zichzelf met zijn riem moet dichtsnoeren omdat hij anders sterft van de honger en Domoor neemt hem mee. De man eet al het brood en de koning wil dan nog een schip dat over land kan varen. Domoor gaat naar het bos en ziet het oude grijze mannetje en deze geeft hem het schip waarmee hij over land kan varen. De bruiloft wordt gevierd en na de dood van de koning erft Domoor het rijk en is gelukkig met zijn vrouw.

Achtergronden bij het verhaal

Bronnen

  • Grimm, volledige uitgave (vertaald door Ria van Hengel, 2005)
· · Sjabloon bewerken
  A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z  
A:Assepoester · De anjer · De arme en de rijke · De arme jongen in het graf · De arme molenaarsknecht en het katje · Het aardmanneke ·
B:Berenpels · Bontepels · Broertje en zusje · Bruidskeuze · De bijenkoningin · De boden van de dood · De boer en de duivel · De Bremer stadsmuzikanten · De broodkruimels op de tafel · De bruiloft van vrouw Vos · De dood als peet · Het blauwe licht · Het boerke · Het boerke in de hemel · Het boshuis ·
D:De dood van het hennetje · De dorsvlegel uit de hemel · De drie broers · De drie gelukskinderen · De drie handwerksgezellen · De drie heelmeesters · De drie luiaards · De drie mannetjes in het bos · De drie slangenbladeren · De drie spinsters · De drie talen · De drie veren · De drie vogeltjes · De drie zwarte prinsessen · De duivel en zijn grootmoeder · De duivel met de drie gouden haren · De duur van het leven · Dokter Weetal · Doornroosje · Duimendik · Duimpje de wereld in · Het dappere snijdertje · Het doodshemdje ·
E:Eenoogje, tweeoogje en drieoogje · Eva's ongelijke kinderen · Het eigenzinnige kind · Het ezeltje ·
F:Frieder en Katherliesje ·
G:De ganzenhoedster · De ganzenhoedster aan de bron · De gauwdief en zijn meester · De geest in de fles · De geschenken van het kleine volkje · De gestolen duit · De glazen doodskist · De goede ruil · De gouden gans · De gouden sleutel · De gouden vogel · De goudkinderen · De Grafheuvel · De groente-ezel · Gelukkige Hans · Het gedierte van de Heer en de Duivel · Het gespuis ·
H:De haas en de egel · De hanenbalk · De hazelaar · De heldere zon brengt het aan het licht · De hemelse bruiloft · De hoefnagel · De hond en de mus · De huishouding · Hans en Grietje · Hans viert bruiloft · Hans-mijn-egel · Hazekebruid · Het herdersjongetje · Het huishouden van kat en muis ·
I:De ijzeren kachel · IJzeren Hans ·
J:De jonge reus · De jood in de doornstruik · Jonkvrouw Maleen · Jorinde en Joringel ·
K:De kabouters · De kikkerkoning · De kleermaker in de hemel · De koning van de gouden berg · De koningszoon die nergens bang voor was · De korenaar · De kristallen bol · Het kind van Maria · Klitten · Klosje, schietspoel en naald · Knappe Elsje · Knoest en zijn drie zonen · Koning Lijsterbaard ·
L:De laarzen van buffelleer · De luie spinster · Het lammetje en het visje · Het leugensprookje uit Ditmar · Lief en leed samen delen · Luie Hein · Luisje en Vlootje ·
M:De maan · De meesterdief · De mus en zijn vier kinderen · Het mannetje dat jong gegloeid werd · Het meisje zonder handen · Het meiske van Brakel · Het mooie Katrinelletje en Pief Paf Poltrie · Magere Liesje · Meester Priem · Meneer Korbes · Met z'n zessen de hele wereld rond ·
O:De ondankbare zoon · De oude bedelares · De oude grootvader en zijn kleinzoon · De oude Hildebrand · De oude Rinkrank · De oude Sultan · De oude vrouw in het bos · Op reis gaan ·
P:De peetoom ·
R:De raaf · De raap · De ransel, het hoedje en het hoorntje · De rattenvanger van Hamelen · De reus en de kleermaker · De roerdomp en de hop · De roetzwarte broer van de duivel · De roversbruidegom · Het raadsel · Raadselsprookje · Raponsje · Repelsteeltje · Roodkapje ·
S:De schol · De schrandere knecht · De sterrendaalders · De stukgedanste schoentjes · Het snuggere snijdertje · Het sprookje van Luilekkerland · Simeliberg · Slangensprookje · Slimme Grietje · Slimme Hans · Sneeuwwitje · Sneeuwwitje en Rozerood · Speelhans · Sprookje van iemand die erop uittrok om te leren griezelen · Sterke Hans · Strohalm, kooltje vuur en boontje ·
T:De trommelslager · De trouwe Johannes · De twaalf broeders · De twaalf jagers · De twaalf luie knechten · De twee gebroeders · De twee koningskinderen · De twee reisgezellen · Tafeltje dek je, ezeltje strek je en knuppel uit de zak · Trouwe Ferdinand en Ontrouwe Ferdinand ·
U:De uil ·
V:De verstandige boerendochter · De verstandige lieden · De vier kunstvaardige broers · De volleerde jager · De vos en de ganzen · De vos en de kat · De vos en de moeder van zijn petekind · De vos en het paard · Van de visser en zijn vrouw · Van de wachtelboom · Van het muisje, het vogeltje en de braadworst · Vleerkens vogel · Vogel Grijp · Vondevogel · Vrijer Roland · Vrolijke Frans · Vrouw Holle · Vrouw Trui ·
W:De ware bruid · De waternimf · De waternimf in de vijver · De witte slang · De witte en de zwarte bruid · De wolf en de mens · De wolf en de vos · De wolf en de zeven geitjes · De wonderlijke speelman · Het water des levens · Het winterkoninkje · Het winterkoninkje en de beer ·
Z:De zes dienaren · De zes zwanen · De zeven Zwaben · De zeven raven · De zingende springende leeuwerik · De zoete pap · Het zingende botje ·