Tweede Kamerverkiezingen 1881

Tweede Kamerverkiezingen 1881
Datum 14 juni 1881
Land Vlag van Nederland Nederland
Te verdelen zetels 43
(43 leden waren niet-aftredend)
Opvolging verkiezingen
← 1879     1883 →
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

De Tweede Kamerverkiezingen 1881 waren periodieke Nederlandse verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 14 juni 1881.

Nederland was verdeeld in 43 kiesdistricten, waarin 86 leden van de Tweede Kamer gekozen werden.[1] Een kiezer bracht evenveel stemmen uit als er afgevaardigden in zijn kiesdistrict gekozen werden. Om gekozen te worden moest een kandidaat minimaal de districtskiesdrempel behalen.[2]

De verkiezingen werden gehouden vanwege het aftreden van 43 leden van de Tweede Kamer van wie de zittingstermijn afliep op 18 september 1881. In twee kiesdistricten[3] was een tweede verkiezingsronde benodigd tussen de twee hoogstgeplaatste (niet-direct gekozen) kandidaten uit de eerste ronde vanwege het niet-behalen van de districtskiesdrempel. Deze tweede ronde vond plaats op 28 juni 1881.

Uitslag

De uitslag van de verkiezingen was als volgt:

Partij/groepering[4] Zetels
1879[5] Af[6] Bij[7] 1881 +/-
liberalen 39 22  19 36 -3 
Anti-Revolutionaire Partij[8] 12   4   7 15 +3  
bahlmannianen[9]  15/14   7   7 14 0
kappeynianen 12   7   7 12 0
conservatieven   5   2   2  5 0
schaepmannianen[10]   2/3   1   1  3 0
conservatief-liberalen   1   0   0  1 0
totaal 86 43 43 86 0

Gekozen leden

Zie Lijst van Tweede Kamerleden 1881-1883 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Bij deze verkiezingen werden 38 leden herkozen. De stemmingen voor de overige vijf vacatures hadden de volgende resultaten:

  • in het kiesdistrict Amsterdam versloegen Hendrikus Wichers (58,2%, kappeynianen) en Herman Kist (54,4%, liberalen) het aftredende lid Jan Rutgers van Rozenburg (8,9%, kappeynianen); Willem Froger (liberalen), een tweede aftredend lid in dit district, had aangegeven niet herkiesbaar te zijn;
  • in het kiesdistrict Delft versloeg Jan Fabius (65,5%, ARP) het aftredende lid Adriaan Schagen van Leeuwen (34,1%, liberalen);
  • in het kiesdistrict Zwolle versloeg Titus van Asch van Wijck (52,2%, ARP) het aftredende lid Johannes Sandberg (47,5%, liberalen).

De zittingsperiode van de Tweede Kamer ging in op 19 september 1881. De zittingstermijn van Tweede Kamerleden bedroeg vier jaar.[11]

Bronvermelding

Bronnen

  • Verkiezingen Tweede Kamer 1848-1918 op huygens.knaw.nl
  • Ron de Jong (1999). Van standspolitiek naar partijloyaliteit. Verkiezingen voor de Tweede Kamer 1848-1887. Verloren, Hilversum. ISBN 90-6550-069-3.
  • Ron de Jong, Henk van der Kolk, Gerrit Voerman (2011). Verkiezingen op de kaart 1848-2010. Matrijs, Utrecht. ISBN 978 90 5345 437 4.

Noten

  1. Acht enkelvoudige kiesdistricten kozen één lid, in 32 meervoudige kiesdistricten werden twee leden afgevaardigd, in het kiesdistrict Sneek drie, in het kiesdistrict Rotterdam vier en in het kiesdistrict Amsterdam zeven.
  2. De districtskiesdrempel werd bepaald door de volgende formule: 50% van het aantal uitgebrachte geldige stemmen, gedeeld door het aantal in het district te verkiezen zetels.
  3. Almelo en Zevenbergen.
  4. In 1881 bestonden nog slechts enkele politieke partijen. Gekozen leden sloten zich gewoonlijk eerst na hun verkiezing aan bij een kamerfactie.
  5. Een wijziging van het aantal zetels van een groepering is ontstaan door aftreden en overlijden gedurende de zittingsperiode 1879-1881.
  6. Aftredend in 1881 vanwege het bereiken van het einde van de zittingstermijn.
  7. Gekozen c.q. herkozen bij de periodieke verkiezingen in 1881.
  8. Leden van de factie van de antirevolutionairen verenigden zich in 1879 in de ARP.
  9. De factie bahlmannianen werd tot 1881 aangeduid als conservatief-katholieken.
  10. De factie schaepmannianen werd tot 1881 aangeduid als liberaal-katholieken.
  11. Om de twee jaar was de helft van de Kamerleden aftredend.
Vlag van Nederland
· · Sjabloon bewerken
Tweede Kamerverkiezingen
Algemeen:1848 · 1850 · 1853 · 1866 · 1868 · 1884 · 1886 · 1887 · 1888 · 1891 · 1894 · 1897 · 1901 · 1905 · 1909 · 1913 · 1917 · 1918 · 1922 · 1925 · 1929 · 1933 · 1937 · 1946 · 1948 · 1952 · 1956 · 1959 · 1963 · 1967 · 1971 · 1972 · 1977 · 1981 · 1982 · 1986 · 1989 · 1994 · 1998 · 2002 · 2003 · 2006 · 2010 · 2012 · 2017 · 2021 · 2023
Periodiek:1852 · 1854 · 1856 · 1858 · 1860 · 1862 · 1864 · 1866 · 1869 · 1871 · 1873 · 1875 · 1877 · 1879 · 1881 · 1883
Periodieke verkiezingen werden in de periode 1850-1888 gehouden in een kiesdistrict waar de zittingstermijn van een lid (vier jaar) afliep. Gemiddeld was bij periodieke verkiezingen de helft van de Tweede Kamerleden aftredend. Bij algemene verkiezingen in deze periode, na ontbinding van de Tweede Kamer, werden alle Kamerleden opnieuw gekozen, evenals bij alle verkiezingen vanaf 1888.